Translation meaning & definition of the word "prey" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "prooi" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Prey
[Prey]/pre/
noun
1. A person who is the aim of an attack (especially a victim of ridicule or exploitation) by some hostile person or influence
- "He fell prey to muggers"
- "Everyone was fair game"
- "The target of a manhunt"
- synonym:
- prey ,
- quarry ,
- target ,
- fair game
1. Een persoon die het doel is van een aanval (, vooral een slachtoffer van spot of uitbuiting ) door een vijandige persoon of invloed
- "Hij viel ten prooi aan overvallers"
- "Iedereen was een eerlijk spel"
- "Het doelwit van een klopjacht"
- synoniem:
- prooi ,
- steengroeve ,
- doel ,
- eerlijk spel
2. Animal hunted or caught for food
- synonym:
- prey ,
- quarry
2. Dier gejaagd of gevangen voor voedsel
- synoniem:
- prooi ,
- steengroeve
verb
1. Profit from in an exploitatory manner
- "He feeds on her insecurity"
- synonym:
- prey ,
- feed
1. Profiteren van op een uitbuitende manier
- "Hij voedt zich met haar onzekerheid"
- synoniem:
- prooi ,
- voer
2. Prey on or hunt for
- "These mammals predate certain eggs"
- synonym:
- raven ,
- prey ,
- predate
2. Prooi op of jacht naar
- "Deze zoogdieren dateren van vóór bepaalde eieren"
- synoniem:
- raaf ,
- prooi ,
- predate
Examples of using
Cornered prey is the most dangerous kind.
De in het nauw gedreven prooi is de gevaarlijkste soort.