Translation meaning & definition of the word "precede" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "precede" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Precede
[Voorafgaan]/prɪsid/
verb
1. Be earlier in time
- Go back further
- "Stone tools precede bronze tools"
- synonym:
- predate ,
- precede ,
- forego ,
- forgo ,
- antecede ,
- antedate
1. Eerder op tijd zijn
- Ga verder terug
- "Steengereedschap gaat vooraf aan bronzen gereedschappen"
- synoniem:
- predate ,
- voorafgaan ,
- afzien ,
- antecede ,
- antedate
2. Come before
- "Most english adjectives precede the noun they modify"
- synonym:
- precede ,
- predate
2. Kom eerder
- "De meeste engelse bijvoeglijke naamwoorden gaan vooraf aan het zelfstandig naamwoord dat ze wijzigen"
- synoniem:
- voorafgaan ,
- predate
3. Be the predecessor of
- "Bill preceded john in the long line of susan's husbands"
- synonym:
- precede ,
- come before
3. De voorganger zijn
- "Bill ging john voor in de lange rij van susan's echtgenoten"
- synoniem:
- voorafgaan ,
- kom eerder
4. Move ahead (of others) in time or space
- synonym:
- precede ,
- lead
4. Ga vooruit ( van anderen ) in tijd of ruimte
- synoniem:
- voorafgaan ,
- leiden
5. Furnish with a preface or introduction
- "She always precedes her lectures with a joke"
- "He prefaced his lecture with a critical remark about the institution"
- synonym:
- precede ,
- preface ,
- premise ,
- introduce
5. Voorzien van een voorwoord of inleiding
- "Ze gaat haar lezingen altijd vooraf met een grap"
- "Hij gaf zijn lezing een voorbode van een kritische opmerking over de instelling"
- synoniem:
- voorafgaan ,
- voorwoord ,
- premisse ,
- introduceren
Examples of using
In Asia men usually precede women when walking.
In Azië gaan mannen vrouwen meestal voor tijdens het lopen.