Translation meaning & definition of the word "possessive" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "bezittelijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Possessive
[Bezittend]/pəzɛsɪv/
noun
1. The case expressing ownership
- synonym:
- genitive ,
- genitive case ,
- possessive ,
- possessive case
1. De zaak die eigendom uitdrukt
- synoniem:
- genitief ,
- genitief geval ,
- bezitterig ,
- bezittelijk geval
adjective
1. Serving to express or indicate possession
- "Possessive pronouns"
- "The genitive endings"
- synonym:
- possessive ,
- genitive
1. Dienen om bezit uit te drukken of aan te geven
- "Bezittelijke voornaamwoorden"
- "De genitief einde"
- synoniem:
- bezitterig ,
- genitief
2. Desirous of owning
- "Small children are so possessive they will not let others play with their toys"
- synonym:
- possessive
2. Verlangend om te bezitten
- "Kleine kinderen zijn zo bezitterig dat ze anderen niet met hun speelgoed laten spelen"
- synoniem:
- bezitterig
3. Having or showing a desire to control or dominate
- "A possessive parent"
- synonym:
- possessive
3. Een verlangen hebben of tonen om te beheersen of te domineren
- "Een bezitterige ouder"
- synoniem:
- bezitterig