Translation meaning & definition of the word "pork" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "varkensvlees" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Pork
[Varkensvlees]/pɔrk/
noun
1. Meat from a domestic hog or pig
- synonym:
- pork ,
- porc
1. Vlees van een varkens- of varkenshuis
- synoniem:
- varkensvlees ,
- varkens
2. A legislative appropriation designed to ingratiate legislators with their constituents
- synonym:
- pork barrel ,
- pork
2. Een wetgevingskrediet dat bedoeld is om wetgevers bij hun kiezers in te wijden
- synoniem:
- varkensvat ,
- varkensvlees
Examples of using
I don't eat pork, beef or eggs.
Ik eet geen varkensvlees, rundvlees of eieren.
Tom doesn't like pork.
Tom houdt niet van varkensvlees.
As for me, I like chicken better than pork.
Wat mij betreft, ik hou meer van kip dan van varkensvlees.