Translation meaning & definition of the word "politic" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "politiek" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Politic
[Politiek]/pɑlətɪk/
adjective
1. Marked by artful prudence, expedience, and shrewdness
- "It is neither polite nor politic to get into other people's quarrels"
- "A politic decision"
- "A politic manager"
- "A politic old scoundrel"
- "A shrewd and politic reply"
- synonym:
- politic
1. Gekenmerkt door kunstzinnige voorzichtigheid, doelmatigheid en sluwheid
- "Het is niet beleefd of politiek om in de ruzies van anderen te komen"
- "Een politiek besluit"
- "Een politieke manager"
- "Een politieke oude schurk"
- "Een slim en politiek antwoord"
- synoniem:
- politiek
2. Smoothly agreeable and courteous with a degree of sophistication
- "He was too politic to quarrel with so important a personage"
- "The manager pacified the customer with a smooth apology for the error"
- synonym:
- politic ,
- smooth ,
- suave ,
- bland
2. Soepel aangenaam en beleefd met een zekere mate van verfijning
- "Hij was te politiek om ruzie te maken met zo'n belangrijk personage"
- "De manager kalmeerde de klant met een soepele verontschuldiging voor de fout"
- synoniem:
- politiek ,
- glad ,
- zacht ,
- flauw