Translation meaning & definition of the word "plural" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "meervoud" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Plural
[Meervoud]/plʊrəl/
noun
1. The form of a word that is used to denote more than one
- synonym:
- plural ,
- plural form
1. De vorm van een woord dat wordt gebruikt om er meer dan één aan te duiden
- synoniem:
- meervoud ,
- meervoudsvorm
adjective
1. Composed of more than one member, set, or kind
- synonym:
- plural
1. Samengesteld uit meer dan één lid, set of soort
- synoniem:
- meervoud
2. Grammatical number category referring to two or more items or units
- synonym:
- plural
2. Grammaticale nummercategorie die verwijst naar twee of meer items of eenheden
- synoniem:
- meervoud
Examples of using
"What is the plural of Nazi?" - "Assholes."
"Wat is het meervoud van nazi's?' - "Assholes."