Translation meaning & definition of the word "plowing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "ploegen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Plowing
[Ploegen]/plaʊɪŋ/
noun
1. Tilling the land with a plow
- "He hired someone to do the plowing for him"
- synonym:
- plowing ,
- ploughing
1. Het land bewerken met een ploeg
- "Hij huurde iemand in om voor hem te ploegen"
- synoniem:
- ploegen
Examples of using
We started our spring plowing early this year.
Begin dit jaar zijn we begonnen met het ploegen van de lente.