Translation meaning & definition of the word "plankton" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "plankton" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Plankton
[Plankton]/plæŋktən/
noun
1. The aggregate of small plant and animal organisms that float or drift in great numbers in fresh or salt water
- synonym:
- plankton
1. Het aggregaat van kleine planten- en dierlijke organismen die in groten getale drijven of drijven in zoet of zout water
- synoniem:
- plankton
Examples of using
Whales feed on plankton and small fish.
Walvissen voeden zich met plankton en kleine vissen.