Translation meaning & definition of the word "pistol" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "pistool" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Pistol
[Pistol]/pɪstəl/
noun
1. A firearm that is held and fired with one hand
- synonym:
- pistol ,
- handgun ,
- side arm ,
- shooting iron
1. Een vuurwapen dat met één hand wordt vastgehouden en afgevuurd
- synoniem:
- pistool ,
- zijarm ,
- ijzer schieten
Examples of using
Mary pulled out a pistol and shot Tom.
Mary haalde een pistool tevoorschijn en schoot Tom neer.
Tom removed his pistol from his shoulder holster and laid it on the table.
Tom haalde zijn pistool uit zijn schouderholster en legde het op tafel.
The pistol bullet pierced his leg.
De pistoolkogel doorboorde zijn been.