Translation meaning & definition of the word "pierced" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gepierceerd" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Pierced
[Doorstoten]/pɪrst/
adjective
1. Having a hole cut through
- "Pierced ears"
- "A perforated eardrum"
- "A punctured balloon"
- synonym:
- pierced ,
- perforated ,
- perforate ,
- punctured
1. Een gat doorsnijden
- "Doordringende oren"
- "Een geperforeerd trommelvlies"
- "Een lekke ballon"
- synoniem:
- doorboord ,
- geperforeerd ,
- perforaat
Examples of using
The pistol bullet pierced his leg.
De pistoolkogel doorboorde zijn been.
For the love of money is the root of all evil: which while some coveted after, they have erred from the faith, and pierced themselves through with many sorrows.
Want de liefde voor geld is de wortel van alle kwaad: waar sommigen naar begeren, hebben ze zich vergist van het geloof en hebben ze met veel verdriet doorboord.
His heart was pierced with grief.
Zijn hart was doordrongen van verdriet.