Would you have some time on Monday to come over and help me move my piano?
Wil je maandag wat tijd hebben om langs te komen en me te helpen mijn piano te verplaatsen?
The child received piano and singing lessons.
Het kind kreeg piano - en zangles.
Anne bought a cheap violin and a not-so cheap piano.
Anne kocht een goedkope viool en een niet zo goedkope piano.
Tom plays the piano very well.
Tom speelt heel goed piano.
He plays the piano.
Hij speelt piano.
The piano in Tom's house is out of tune.
De piano in Toms huis is vals.
She takes piano lessons once a week.
Ze volgt één keer per week pianoles.
I don't play the piano.
Ik speel geen piano.
Someone is playing the piano.
Iemand speelt piano.
Tom is playing piano.
Tom speelt piano.
My sister plays piano every day.
Mijn zus speelt elke dag piano.
Have you heard about my new grand piano? Now you have to hear its sound.
Heb je gehoord van mijn nieuwe vleugel? Nu moet je het geluid ervan horen.
The girl who's playing the piano is my sister.
Het meisje dat piano speelt, is mijn zus.
The girl playing the piano is named Akiko.
Het meisje dat piano speelt heet Akiko.
Violin, piano and harp are musical instruments.
Viool, piano en harp zijn muziekinstrumenten.
What's the difference between a violin and a piano? A piano burns longer.
Wat is het verschil tussen een viool en een piano? Een piano brandt langer.
In the room there was a piano, but there was nobody who played it.
In de kamer stond een piano, maar er was niemand die erop speelde.
I play the piano.
Ik speel piano.
She always practices the piano before dinner.
Ze oefent altijd piano voor het eten.
She practises the piano every day.
Ze oefent elke dag piano.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.