Translation meaning & definition of the word "peep" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "peep" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Peep
[Piep]/pip/
noun
1. The short weak cry of a young bird
- synonym:
- cheep ,
- peep
1. De korte zwakke kreet van een jonge vogel
- synoniem:
- goedkoop ,
- gluren
2. A secret look
- synonym:
- peek ,
- peep
2. Een geheime blik
- synoniem:
- gluren
verb
1. Look furtively
- "He peeped at the woman through the window"
- synonym:
- peep
1. Kijk heimelijk
- "Hij gluurde door het raam naar de vrouw"
- synoniem:
- gluren
2. Cause to appear
- "He peeped his head through the window"
- synonym:
- peep
2. Oorzaak om te verschijnen
- "Hij gluurde met zijn hoofd door het raam"
- synoniem:
- gluren
3. Make high-pitched sounds
- "The birds were chirping in the bushes"
- synonym:
- peep ,
- cheep ,
- chirp ,
- chirrup
3. Maak hoge geluiden
- "De vogels fluiten in de struiken"
- synoniem:
- gluren ,
- goedkoop ,
- getjilp ,
- piep
4. Speak in a hesitant and high-pitched tone of voice
- synonym:
- peep
4. Spreek op een aarzelende en hoge toon
- synoniem:
- gluren
5. Appear as though from hiding
- "The new moon peeped through the tree tops"
- synonym:
- peep
5. Lijken alsof je je verstopt
- "De nieuwe maan gluurde door de boomtoppen"
- synoniem:
- gluren
Examples of using
I don't want to hear another peep out of you!
Ik wil geen ander uit je horen gluren!