Constructed languages either are simplified as much as possible, or their grammar lacks for harmony peculiar to natural languages. Both disadvantages emasculate the language.
Geconstrueerde talen worden zoveel mogelijk vereenvoudigd, of hun grammatica ontbreekt aan harmonie die eigen is aan natuurlijke talen. Beide nadelen ontkrachten de taal.
Tom is a very peculiar person.
Tom is een heel eigenaardig persoon.
He is very peculiar in his behavior.
Hij is heel eigenaardig in zijn gedrag.
Language is peculiar to man.
Taal is eigen aan de mens.
That way of speaking is peculiar to people in this part of the country.
Die manier van spreken is eigen aan de mensen in dit deel van het land.
This milk has a peculiar taste.
Deze melk heeft een eigenaardige smaak.
This is a weakness peculiar to young people.
Dit is een zwakte die eigen is aan jongeren.
The plants are peculiar to the district.
De planten zijn eigen aan de wijk.
For instance, bowing is peculiar to us, the Japanese.
Buigen is bijvoorbeeld eigen aan ons, de Japanners.