Translation meaning & definition of the word "pearl" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "parel" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Pearl
[Parel]/pərl/
noun
1. A smooth lustrous round structure inside the shell of a clam or oyster
- Much valued as a jewel
- synonym:
- pearl
1. Een gladde glanzende ronde structuur in de schaal van een schelp of oester
- Zeer gewaardeerd als een juweel
- synoniem:
- parel
2. A shade of white the color of bleached bones
- synonym:
- bone ,
- ivory ,
- pearl ,
- off-white
2. Een tint wit de kleur van gebleekte botten
- synoniem:
- bot ,
- ivoor ,
- parel ,
- gebroken wit
3. A shape that is spherical and small
- "He studied the shapes of low-viscosity drops"
- "Beads of sweat on his forehead"
- synonym:
- drop ,
- bead ,
- pearl
3. Een vorm die bolvormig en klein is
- "Hij bestudeerde de vormen van druppels met een lage viscositeit"
- "Zweetdruppels op zijn voorhoofd"
- synoniem:
- laten vallen ,
- kraal ,
- parel
verb
1. Gather pearls, from oysters in the ocean
- synonym:
- pearl
1. Verzamel parels, van oesters in de oceaan
- synoniem:
- parel
Examples of using
She tried to persuade him to buy her a pearl necklace.
Ze probeerde hem over te halen om een parelketting voor haar te kopen.
I gave my sister a pearl necklace on her birthday.
Op haar verjaardag gaf ik mijn zus een parelketting.
The jeweler mounted a big pearl in the brooch.
De juwelier monteerde een grote parel in de broche.