Translation meaning & definition of the word "pastry" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gebak" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Pastry
[Gebak]/pestri/
noun
1. A dough of flour and water and shortening
- synonym:
- pastry ,
- pastry dough
1. Een deeg van bloem en water en bakvet
- synoniem:
- gebak
2. Any of various baked foods made of dough or batter
- synonym:
- pastry
2. Elk van de verschillende gebakken voedingsmiddelen gemaakt van deeg of beslag
- synoniem:
- gebak
Examples of using
From childhood I dreamed of being a pastry cook.
Van kinds af aan droomde ik ervan banketbakker te worden.