Translation meaning & definition of the word "paradigm" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "paradigma" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Paradigm
[Paradigma]/pɛrədaɪm/
noun
1. Systematic arrangement of all the inflected forms of a word
- synonym:
- paradigm
1. Systematische opstelling van alle verbogen vormen van een woord
- synoniem:
- paradigma
2. A standard or typical example
- "He is the prototype of good breeding"
- "He provided america with an image of the good father"
- synonym:
- prototype ,
- paradigm ,
- epitome ,
- image
2. Een standaard of typisch voorbeeld
- "Hij is het prototype van een goede fokkerij"
- "Hij gaf amerika een beeld van de goede vader"
- synoniem:
- prototype ,
- paradigma ,
- belichaming ,
- beeld
3. The class of all items that can be substituted into the same position (or slot) in a grammatical sentence (are in paradigmatic relation with one another)
- synonym:
- substitution class ,
- paradigm
3. De klasse van alle items die kunnen worden vervangen in dezelfde positie ( of slot ) in een grammaticale zin ( zijn in paradigmatische relatie met elkaar )
- synoniem:
- vervangingsklasse ,
- paradigma
4. The generally accepted perspective of a particular discipline at a given time
- "He framed the problem within the psychoanalytic paradigm"
- synonym:
- paradigm
4. Het algemeen aanvaarde perspectief van een bepaalde discipline op een bepaald moment
- "Hij vormde het probleem binnen het psychoanalytische paradigma"
- synoniem:
- paradigma