Translation meaning & definition of the word "outward" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "naar buiten" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Outward
[Naar buiten]/aʊtwərd/
adjective
1. Relating to physical reality rather than with thoughts or the mind
- "A concern with outward beauty rather than with inward reflections"
- synonym:
- outward
1. Gerelateerd aan de fysieke realiteit in plaats van met gedachten of de geest
- "Een zorg met uiterlijke schoonheid in plaats van met innerlijke reflecties"
- synoniem:
- naar buiten
2. That is going out or leaving
- "The departing train"
- "An outward journey"
- "Outward-bound ships"
- synonym:
- outbound ,
- outward ,
- outward-bound
2. Dat gaat uit of vertrekt
- "De vertrekkende trein"
- "Een heenreis"
- "Naar buiten gerichte schepen"
- synoniem:
- uitgaand ,
- naar buiten ,
- naar buiten gericht
adverb
1. Toward the outside
- "Move the needle further outward!"
- synonym:
- outward ,
- outwards
1. Naar buiten
- "Beweeg de naald verder naar buiten!"
- synoniem:
- naar buiten
Examples of using
A sober-minded man adapts himself to outward things; a reckless man tries to adapt outward things to himself. That's why progress depends on reckless people.
Een nuchtere man past zich aan uiterlijke dingen aan; een roekeloze man probeert uiterlijke dingen aan zichzelf aan te passen. Daarom hangt vooruitgang af van roekeloze mensen.