Translation meaning & definition of the word "organ" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "orgel" in Nederlandse taal
Organ
[Orgaan]noun
1. A fully differentiated structural and functional unit in an animal that is specialized for some particular function
- synonym:
- organ
1. Een volledig gedifferentieerde structurele en functionele eenheid in een dier dat gespecialiseerd is in een bepaalde functie
- synoniem:
- orgaan
2. A government agency or instrument devoted to the performance of some specific function
- "The census bureau is an organ of the commerce department"
- synonym:
- organ
2. Een overheidsinstantie of instrument dat is gewijd aan de uitvoering van een bepaalde functie
- "Het census bureau is een orgaan van de afdeling handel"
- synoniem:
- orgaan
3. (music) an electronic simulation of a pipe organ
- synonym:
- electric organ ,
- electronic organ ,
- Hammond organ ,
- organ
3. ( muziek ) een elektronische simulatie van een pijporgel
- synoniem:
- elektrisch orgel ,
- elektronisch orgel ,
- Hammond-orgel ,
- orgaan
4. A periodical that is published by a special interest group
- "The organ of the communist party"
- synonym:
- organ
4. Een tijdschrift dat wordt uitgegeven door een speciale belangengroep
- "Het orgaan van de communistische partij"
- synoniem:
- orgaan
5. Wind instrument whose sound is produced by means of pipes arranged in sets supplied with air from a bellows and controlled from a large complex musical keyboard
- synonym:
- organ ,
- pipe organ
5. Blaasinstrument waarvan het geluid wordt geproduceerd door middel van buizen die zijn gerangschikt in sets die worden geleverd met lucht van een balg en worden bestuurd door een groot complex muzikaal toetsenbord
- synoniem:
- orgaan ,
- pijporgel
6. A free-reed instrument in which air is forced through the reeds by bellows
- synonym:
- harmonium ,
- organ ,
- reed organ
6. Een vrij rietinstrument waarin lucht door balgen door het riet wordt geperst
- synoniem:
- harmonium ,
- orgaan ,
- rietorgel