Translation meaning & definition of the word "ordinary" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gewoon" in de Nederlandse taal
Ordinary
[Gewoon]noun
1. A judge of a probate court
- synonym:
- ordinary
1. Een rechter van een erfrechtbank
- synoniem:
- gewoon
2. The expected or commonplace condition or situation
- "Not out of the ordinary"
- synonym:
- ordinary
2. De verwachte of alledaagse toestand of situatie
- "Niet buitengewoon"
- synoniem:
- gewoon
3. A clergyman appointed to prepare condemned prisoners for death
- synonym:
- ordinary
3. Een predikant die is aangesteld om veroordeelde gevangenen voor te bereiden op de dood
- synoniem:
- gewoon
4. An early bicycle with a very large front wheel and small back wheel
- synonym:
- ordinary ,
- ordinary bicycle
4. Een vroege fiets met een zeer groot voorwiel en klein achterwiel
- synoniem:
- gewoon ,
- gewone fiets
5. (heraldry) any of several conventional figures used on shields
- synonym:
- ordinary
5. ( heraldiek ) een van de verschillende conventionele figuren die op schilden worden gebruikt
- synoniem:
- gewoon
adjective
1. Not exceptional in any way especially in quality or ability or size or degree
- "Ordinary everyday objects"
- "Ordinary decency"
- "An ordinary day"
- "An ordinary wine"
- synonym:
- ordinary
1. Op geen enkele manier uitzonderlijk, vooral in kwaliteit of bekwaamheid of grootte of mate
- "Gewone alledaagse voorwerpen"
- "Gewoon fatsoen"
- "Een gewone dag"
- "Een gewone wijn"
- synoniem:
- gewoon
2. Lacking special distinction, rank, or status
- Commonly encountered
- "Average people"
- "The ordinary (or common) man in the street"
- synonym:
- average ,
- ordinary
2. Zonder speciaal onderscheid, rang of status
- Vaak voorgekomen
- "Gemiddelde mensen"
- "De gewone ( of gewone ) man op straat"
- synoniem:
- gemiddeld ,
- gewoon