Translation meaning & definition of the word "openness" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "openheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Openness
[Openheid]/oʊpənnəs/
noun
1. Without obstructions to passage or view
- "The openness of the prairies"
- synonym:
- openness
1. Zonder belemmeringen voor doorgang of zicht
- "De openheid van de prairies"
- synoniem:
- openheid
2. Characterized by an attitude of ready accessibility (especially about one's actions or purposes)
- Without concealment
- Not secretive
- synonym:
- openness ,
- nakedness
2. Gekenmerkt door een houding van gemakkelijke toegankelijkheid ( vooral over iemands acties of doeleinden )
- Zonder verhulling
- Niet geheimzinnig
- synoniem:
- openheid ,
- naaktheid
3. Willingness or readiness to receive (especially impressions or ideas)
- "He was testing the government's receptiveness to reform"
- "This receptiveness is the key feature in oestral behavior, enabling natural mating to occur"
- "Their receptivity to the proposal"
- synonym:
- receptiveness ,
- receptivity ,
- openness
3. Bereidheid of bereidheid om ( te ontvangen, vooral indrukken of ideeën )
- "Hij testte de ontvankelijkheid van de regering om te hervormen"
- "Deze ontvankelijkheid is het belangrijkste kenmerk van oestraal gedrag, waardoor natuurlijke paring kan plaatsvinden"
- "Hun ontvankelijkheid voor het voorstel"
- synoniem:
- ontvankelijkheid ,
- openheid