Translation meaning & definition of the word "openly" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "openlijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Openly
[Openlijk]/oʊpənli/
adverb
1. In an open way
- "He openly flaunted his affection for his sister"
- synonym:
- openly
1. Op een open manier
- "Hij pronkte openlijk met zijn genegenheid voor zijn zus"
- synoniem:
- openlijk
Examples of using
He is openly gay.
Hij is openlijk homo.