Translation meaning & definition of the word "onslaught" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onslaught" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Onslaught
[Gevangen]/ɔnslɔt/
noun
1. A sudden and severe onset of trouble
- synonym:
- onslaught
1. Een plotseling en ernstig begin van problemen
- synoniem:
- aanval
2. (military) an offensive against an enemy (using weapons)
- "The attack began at dawn"
- synonym:
- attack ,
- onslaught ,
- onset ,
- onrush
2. ( militair ) een offensief tegen een vijand ( met wapens )
- "De aanval begon bij zonsopgang"
- synoniem:
- aanval ,
- begin ,
- onrush
3. The rapid and continuous delivery of linguistic communication (spoken or written)
- "A barrage of questions"
- "A bombardment of mail complaining about his mistake"
- synonym:
- barrage ,
- bombardment ,
- outpouring ,
- onslaught
3. De snelle en continue levering van taalcommunicatie ( gesproken of geschreven )
- "Een spervuur van vragen"
- "Een bombardement van post die klaagt over zijn fout"
- synoniem:
- spervuur ,
- bombardement ,
- uitstorten ,
- aanval