Translation meaning & definition of the word "omen" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "omen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Omen
[Omen]/oʊmən/
noun
1. A sign of something about to happen
- "He looked for an omen before going into battle"
- synonym:
- omen ,
- portent ,
- presage ,
- prognostic ,
- prognostication ,
- prodigy
1. Een teken van iets dat gaat gebeuren
- "Hij zocht een voorteken voordat hij ten strijde trok"
- synoniem:
- omen ,
- voorteken ,
- presage ,
- prognostisch ,
- prognosticatie ,
- wonderkind
verb
1. Indicate by signs
- "These signs bode bad news"
- synonym:
- bode ,
- portend ,
- auspicate ,
- prognosticate ,
- omen ,
- presage ,
- betoken ,
- foreshadow ,
- augur ,
- foretell ,
- prefigure ,
- forecast ,
- predict
1. Aangeven door middel van tekens
- "Deze tekens voorspellen slecht nieuws"
- synoniem:
- bode ,
- portend ,
- veelbelovend ,
- prognosticaat ,
- omen ,
- presage ,
- betoken ,
- voorafschaduwing ,
- augur ,
- voorpoot ,
- voorfiguur ,
- voorspelling ,
- voorspellen
Examples of using
It was the midnight of Friday, 100th; nothing of ill omen was apparent.
Het was middernacht van vrijdag 100ste; niets van slecht voorteken was duidelijk.
It was the midnight of Friday, 13th; nothing of ill omen was apparent.
Het was middernacht van vrijdag 13; niets van slecht voorteken was duidelijk.