Examples of using
Tom doesn't go to church very often.
Tom gaat niet vaak naar de kerk.
Life is most often illogical.
Het leven is meestal onlogisch.
How often does it rain here?
Hoe vaak regent het hier?
How often does it rain in Boston?
Hoe vaak regent het in Boston?
Stop more often while reading in order to think over what you're reading about.
Stop vaker tijdens het lezen om na te denken over waar je over leest.
The volatile old man who lived next to Tom often yelled at the neighbourhood kids.
De vluchtige oude man die naast Tom woonde, schreeuwde vaak tegen de kinderen uit de buurt.
My daughter often had asthma attacks when she was a child.
Mijn dochter kreeg vaak astma-aanvallen toen ze nog een kind was.
Language textbooks often feature only good people.
Taalboeken bevatten vaak alleen goede mensen.
Language textbooks often contain only good people.
Taalboeken bevatten vaak alleen goede mensen.
In language textbooks, there are often only good people.
In taalboeken zijn er vaak alleen maar goede mensen.
We should see each other more often.
We zouden elkaar vaker moeten zien.
We need to see each other more often.
We moeten elkaar vaker zien.
Come on, how often do you think a fictitious character needs to change clothes?
Kom op, hoe vaak denk je dat een fictief personage zich moet omkleden?
There's often a fine line between confidence and arrogance.
Er is vaak een dunne grens tussen vertrouwen en arrogantie.
I often quote myself, it adds spice to the conversation.
Ik citeer mezelf vaak, het voegt pit toe aan het gesprek.
I often confuse Spanish vowels.
Ik verwar vaak Spaanse klinkers.
My daughter, as a child, often suffered from asthma attacks.
Mijn dochter had als kind vaak last van astma-aanvallen.
The horse of a hurried man is often sick, but that of a lazy man often stumbles.
Het paard van een gehaaste man is vaak ziek, maar dat van een luie man struikelt vaak.
He often changes his mind.
Hij bedenkt zich vaak.
I go as often as I can.
Ik ga zo vaak als ik kan.