Translation meaning & definition of the word "occurrence" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "voorkomen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Occurrence
[Voorkomen]/əkərəns/
noun
1. An event that happens
- synonym:
- happening ,
- occurrence ,
- occurrent ,
- natural event
1. Een gebeurtenis die plaatsvindt
- synoniem:
- gebeuren ,
- voorkomen ,
- optreden ,
- natuurlijk evenement
2. An instance of something occurring
- "A disease of frequent occurrence"
- "The occurrence (or presence) of life on other planets"
- synonym:
- occurrence
2. Een voorbeeld van iets dat gebeurt
- "Een ziekte die vaak voorkomt"
- "Het voorkomen ( of aanwezigheid ) van leven op andere planeten"
- synoniem:
- voorkomen
Examples of using
Both victory and defeat are but an everyday occurrence to a soldier.
Zowel overwinning als nederlaag zijn slechts een alledaagse gebeurtenis voor een soldaat.