Translation meaning & definition of the word "obstruct" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "obstructie" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Obstruct
[Obstructie]/əbstrəkt/
verb
1. Hinder or prevent the progress or accomplishment of
- "His brother blocked him at every turn"
- synonym:
- obstruct ,
- blockade ,
- block ,
- hinder ,
- stymie ,
- stymy ,
- embarrass
1. De voortgang of voltooiing van
- "Zijn broer blokkeerde hem bij elke beurt"
- synoniem:
- belemmeren ,
- blokkade ,
- blokkeren ,
- stymie ,
- stymy ,
- in verlegenheid brengen
2. Block passage through
- "Obstruct the path"
- synonym:
- obstruct ,
- obturate ,
- impede ,
- occlude ,
- jam ,
- block ,
- close up
2. Blokdoorgang door
- "Belem het pad"
- synoniem:
- belemmeren ,
- stom ,
- occlusie ,
- jam ,
- blokkeren ,
- close up
3. Shut out from view or get in the way so as to hide from sight
- "The thick curtain blocked the action on the stage"
- "The trees obstruct my view of the mountains"
- synonym:
- obstruct ,
- block
3. Buiten het zicht houden of in de weg zitten om je voor het zicht te verbergen
- "Het dikke gordijn blokkeerde de actie op het podium"
- "De bomen belemmeren mijn uitzicht op de bergen"
- synoniem:
- belemmeren ,
- blokkeren
Examples of using
Pass on, please, and do not obstruct the way.
Ga door en belemmer de weg niet.