Translation meaning & definition of the word "objector" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "objector" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Objector
[Objector]/əbʤɛktər/
noun
1. A person who dissents from some established policy
- synonym:
- dissenter ,
- dissident ,
- protester ,
- objector ,
- contestant
1. Een persoon die het niet eens is met een bepaald beleid
- synoniem:
- dissenter ,
- dissident ,
- demonstrant ,
- bezwaarmaker ,
- deelnemer