Translation meaning & definition of the word "notebook" into Dutch language

noun

1. A book with blank pages for recording notes or memoranda

synonym:
• notebook

1. Een boek met blanco pagina's voor het opnemen van notities of memoranda

synoniem:
• notebook

2. A small compact portable computer

synonym:
• notebook
,
• notebook computer

2. Een kleine compacte draagbare computer

synoniem:
• notebook
,
• notebook computer

Examples of using

Pass me that notebook.

Geef me dat notitieboekje.

This is my notebook.

Dit is mijn notitieboekje.

I took down her telephone number in my notebook.

Ik heb haar telefoonnummer in mijn notitieboekje verwijderd.

She wrote down something in her notebook.

Ze schreef iets op in haar notitieboek.

Put your name on the notebook in case you forget it.

Zet je naam op het notitieboekje voor het geval je het vergeet.

He took a notebook out.

Hij haalde een notitieboekje tevoorschijn.

I want a notebook.

Ik wil een notitieboekje.

I lost my notebook today.

Ik ben vandaag mijn notitieboekje kwijt.

Whose notebook is that?

Wiens notitieboek is dat?

How long may I borrow this notebook?

Hoe lang mag ik dit notitieboekje lenen?

The notebook is not yours. It's his.

Het notitieboek is niet van jou. Het is van hem.

Pass me that notebook.

Geef me dat notitieboekje.

This is my notebook.

Dit is mijn notitieboekje.

This is my notebook.

Dit is mijn notitieboekje.

I lost my notebook today.

Ik ben vandaag mijn notitieboekje kwijt.

I lost my notebook today.

Ik ben vandaag mijn notitieboekje kwijt.

I lost my notebook today.

Ik ben vandaag mijn notitieboekje kwijt.