Translation meaning & definition of the word "northward" into Dutch language

noun

1. The cardinal compass point that is at 0 or 360 degrees

synonym:
• north
,
• due north
,
• northward
,
• N

1. Het hoofdkompaspunt dat 0 of 360 graden is

synoniem:
• noord
,
• naar het noorden
,
• noordwaarts
,
• N

adjective

1. Moving toward the north

• "The northbound lane"

• "We took the north train"

• "The northward flow of traffic"

synonym:
• northbound
,
• northward

1. Richting het noorden

• "De noordelijke rijstrook"

• "We namen de noordelijke trein"

• "De noordwaartse verkeersstroom"

synoniem:
• in noordelijke richting
,
• noordwaarts

adverb

1. In a northern direction

• "They earn more up north"

• "Let's go north!"

synonym:
• north
,
• northerly
,
• northwards
,
• northward

1. In noordelijke richting

• "Ze verdienen meer in het noorden"

• "Laten we naar het noorden gaan!"

synoniem:
• noord
,
• noordelijk
,
• noordwaarts