Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "night" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "nacht" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Night

[Nacht]
/naɪt/

noun

1. The time after sunset and before sunrise while it is dark outside

    synonym:
  • night
  • ,
  • nighttime
  • ,
  • dark

1. De tijd na zonsondergang en voor zonsopgang terwijl het buiten donker is

    synoniem:
  • nacht
  • ,
  • donker

2. A period of ignorance or backwardness or gloom

    synonym:
  • night

2. Een periode van onwetendheid of achterlijkheid of somberheid

    synoniem:
  • nacht

3. The period spent sleeping

  • "I had a restless night"
    synonym:
  • night

3. De slaapperiode

  • "Ik heb een rusteloze nacht gehad"
    synoniem:
  • nacht

4. The dark part of the diurnal cycle considered a time unit

  • "Three nights later he collapsed"
    synonym:
  • night

4. Het donkere deel van de dagelijkse cyclus dat als een tijdseenheid wordt beschouwd

  • "Drie nachten later stortte hij in"
    synoniem:
  • nacht

5. Darkness

  • "It vanished into the night"
    synonym:
  • night

5. Duisternis

  • "Het verdween in de nacht"
    synoniem:
  • nacht

6. A shortening of nightfall

  • "They worked from morning to night"
    synonym:
  • night

6. Een verkorting van het vallen van de avond

  • "Ze werkten van 's ochtends tot' s avonds"
    synoniem:
  • nacht

7. The time between sunset and midnight

  • "He watched television every night"
    synonym:
  • night

7. De tijd tussen zonsondergang en middernacht

  • "Hij keek elke avond televisie"
    synoniem:
  • nacht

8. Roman goddess of night

  • Daughter of erebus
  • Counterpart of greek nyx
    synonym:
  • Nox
  • ,
  • Night

8. Romeinse godin van de nacht

  • Dochter van erebus
  • Tegenhanger van de griekse nyx
    synoniem:
  • Nox
  • ,
  • Nacht

Examples of using

I rolled out of bed last night.
Ik ben gisteravond uit bed gerold.
I asked Tom why he wasn't at the party last night.
Ik vroeg Tom waarom hij gisteravond niet op het feest was.
The night is dark.
De nacht is donker.