Translation meaning & definition of the word "nervousness" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zenuwheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Nervousness
[Zenuwachtigheid]/nərvəsnəs/
noun
1. The anxious feeling you have when you have the jitters
- synonym:
- jitteriness ,
- jumpiness ,
- nervousness ,
- restiveness
1. Het angstige gevoel dat je hebt als je de kriebels hebt
- synoniem:
- zenuwachtig ,
- springerigheid ,
- nervositeit ,
- rust
2. An uneasy psychological state
- "He suffered an attack of nerves"
- synonym:
- nervousness ,
- nerves
2. Een ongemakkelijke psychologische toestand
- "Hij kreeg een zenuwaanval"
- synoniem:
- nervositeit ,
- zenuwen
3. A sensitive or highly strung temperament
- synonym:
- nervousness
3. Een gevoelig of zeer gespannen temperament
- synoniem:
- nervositeit