Translation meaning & definition of the word "needle" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "naald" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Needle
[Naald]/nidəl/
noun
1. The leaf of a conifer
- synonym:
- acerate leaf ,
- needle
1. Het blad van een naaldboom
- synoniem:
- aceraat blad ,
- naald
2. A slender pointer for indicating the reading on the scale of a measuring instrument
- synonym:
- needle
2. Een slanke aanwijzer voor het aangeven van de aflezing op de schaal van een meetinstrument
- synoniem:
- naald
3. A sharp pointed implement (usually steel)
- synonym:
- needle
3. Een scherp puntig werktuig ( gewoonlijk staal )
- synoniem:
- naald
4. A stylus that formerly made sound by following a groove in a phonograph record
- synonym:
- phonograph needle ,
- needle
4. Een stylus die vroeger geluid maakte door een groove te volgen in een fonograafplaat
- synoniem:
- fonograaf naald ,
- naald
verb
1. Goad or provoke,as by constant criticism
- "He needled her with his sarcastic remarks"
- synonym:
- needle ,
- goad
1. Goad of provoceren, zoals door constante kritiek
- "Hij heeft haar genaaid met zijn sarcastische opmerkingen"
- synoniem:
- naald ,
- goad
2. Prick with a needle
- synonym:
- needle
2. Prik met een naald
- synoniem:
- naald
Examples of using
The needle is pointing toward the north.
De naald wijst naar het noorden.
Have you got needle and thread?
Heb je naald en draad?
Do you have needle and thread?
Heeft u naald en draad?