Translation meaning & definition of the word "necessity" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "noodzaak" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Necessity
[Noodzaak]/nəsɛsəti/
noun
1. The condition of being essential or indispensable
- synonym:
- necessity
1. De voorwaarde essentieel of onmisbaar te zijn
- synoniem:
- noodzaak
2. Anything indispensable
- "Food and shelter are necessities of life"
- "The essentials of the good life"
- "Allow farmers to buy their requirements under favorable conditions"
- "A place where the requisites of water fuel and fodder can be obtained"
- synonym:
- necessity ,
- essential ,
- requirement ,
- requisite ,
- necessary
2. Alles onmisbaar
- "Voedsel en onderdak zijn levensbehoeften"
- "De essentie van het goede leven"
- "Boeren in staat stellen hun eisen onder gunstige voorwaarden te kopen"
- "Een plaats waar de benodigdheden voor waterbrandstof en voer kunnen worden verkregen"
- synoniem:
- noodzaak ,
- essentieel ,
- vereiste ,
- vereist ,
- noodzakelijk
Examples of using
They were too naive to understand the necessity of studying.
Ze waren te naïef om de noodzaak van studeren te begrijpen.
He put emphasis on the necessity for immediate action.
Hij legde de nadruk op de noodzaak van onmiddellijke actie.