Translation meaning & definition of the word "narrowly" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "nauwelijks" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Narrowly
[Smal]/nɛroʊli/
adverb
1. In a narrow manner
- Not allowing for exceptions
- "He interprets the law narrowly"
- synonym:
- narrowly
1. Op een smalle manier
- Uitzonderingen niet toestaan
- "Hij interpreteert de wet eng"
- synoniem:
- eng
Examples of using
Methinks I am like a man, who having struck on many shoals, and having narrowly escap'd shipwreck in passing a small frith, has yet the temerity to put out to sea in the same leaky weather-beaten vessel, and even carries his ambition so far as to think of compassing the globe under these disadvantageous circumstances.
Ik denk dat ik als een man ben, die op veel scholen heeft geslagen en ternauwernood aan een schipbreuk is ontsnapt bij het passeren van een klein frith, heeft nog de moed om in hetzelfde lekkende, door het weer geteisterde schip de zee op te gaan en heeft zelfs zijn ambitie om te denken aan het omringen van de wereld onder deze ongunstige omstandigheden.
The soldiers narrowly escaped death.
De soldaten ontsnapten ternauwernood aan de dood.