Translation meaning & definition of the word "napping" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "nappen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Napping
[Happen]/næpɪŋ/
adjective
1. Not prepared or vigilant
- "The blow caught him napping"
- "Caught in an off-guard moment"
- "Found him off his guard"
- synonym:
- napping ,
- off-guard(a) ,
- off guard(p) ,
- off one's guard(p) ,
- off his guard ,
- off her guard ,
- off your guard
1. Niet voorbereid of waakzaam
- "De klap betrapte hem op dutten"
- "Gevangen in een onbewaakt moment"
- "Vond hem van zijn hoede"
- synoniem:
- dutten ,
- overrompeld ( a ) ,
- overrompeld ( p ) ,
- buiten je hoede ( p ) ,
- van zijn hoede ,
- van haar hoede ,
- op uw hoede