Translation meaning & definition of the word "napkin" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "napkin" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Napkin
[Servet]/næpkɪn/
noun
1. A small piece of table linen that is used to wipe the mouth and to cover the lap in order to protect clothing
- synonym:
- napkin ,
- table napkin ,
- serviette
1. Een klein stukje tafellinnen dat wordt gebruikt om de mond af te vegen en de schoot te bedekken om kleding te beschermen
- synoniem:
- servet ,
- serviette
2. Garment consisting of a folded cloth drawn up between the legs and fastened at the waist
- Worn by infants to catch excrement
- synonym:
- diaper ,
- nappy ,
- napkin
2. Kledingstuk bestaande uit een gevouwen doek dat tussen de benen is opgesteld en in de taille is vastgemaakt
- Gedragen door baby's om uitwerpselen te vangen
- synoniem:
- luier ,
- servet
Examples of using
Lay the napkin across your lap.
Leg het servet over je schoot.
She lifted one corner of the napkin which covered her basket and let me have a quick look.
Ze tilde een hoek van het servet op dat haar mand bedekte en liet me even kijken.
He tucked the napkin under his chin.
Hij stopte het servet onder zijn kin.