Translation meaning & definition of the word "musician" into Dutch language

noun

1. Someone who plays a musical instrument (as a profession)

synonym:
• musician
,
• instrumentalist
,
• player

1. Iemand die een muziekinstrument speelt ( als beroep )

synoniem:
• muzikant
,
• instrumentalist
,
• speler

2. Artist who composes or conducts music as a profession

synonym:
• musician

2. Kunstenaar die muziek componeert of dirigeert als beroep

synoniem:
• muzikant

Examples of using

I want to become a musician.

Ik wil muzikant worden.

The musician has many friends.

De muzikant heeft veel vrienden.

I'm a musician.

Ik ben een muzikant.

He is a scholar and a musician simultaneously.

Hij is tegelijkertijd een geleerde en een muzikant.

Tom is a musician.

Tom is muzikant.

Tom is a promising young musician.

Tom is een veelbelovende jonge muzikant.

Who's your favorite Korean musician?

Wie is je favoriete Koreaanse muzikant?

Though I mainly work as a studio musician, I do a little busking to make some extra money.

Hoewel ik voornamelijk als studiomuzikant werk, doe ik een beetje busking om wat extra geld te verdienen.

She married a musician.

Ze trouwde met een muzikant.

She proved to be a great musician.

Ze bleek een geweldige muzikant te zijn.

He is proud of being a musician.

Hij is er trots op muzikant te zijn.

Because he was a great musician.

Omdat hij een geweldige muzikant was.

Beethoven was a great musician.

Beethoven was een geweldige muzikant.

If I were to be born again, I would be a musician.

Als ik opnieuw geboren zou worden, zou ik muzikant zijn.