Translation meaning & definition of the word "motion" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "motie" in de Nederlandse taal
Motion
[Beweging]noun
1. The use of movements (especially of the hands) to communicate familiar or prearranged signals
- synonym:
- gesture ,
- motion
1. Het gebruik van bewegingen ( vooral van de handen ) om bekende of vooraf afgesproken signalen te communiceren
- synoniem:
- gebaar ,
- beweging
2. A natural event that involves a change in the position or location of something
- synonym:
- movement ,
- motion
2. Een natuurlijke gebeurtenis die een verandering in de positie of locatie van iets inhoudt
- synoniem:
- beweging
3. A change of position that does not entail a change of location
- "The reflex motion of his eyebrows revealed his surprise"
- "Movement is a sign of life"
- "An impatient move of his hand"
- "Gastrointestinal motility"
- synonym:
- motion ,
- movement ,
- move ,
- motility
3. Een verandering van positie die geen verandering van locatie met zich meebrengt
- "De reflexbeweging van zijn wenkbrauwen onthulde zijn verrassing"
- "Beweging is een teken van leven"
- "Een ongeduldige beweging van zijn hand"
- "Gastro-intestinale beweeglijkheid"
- synoniem:
- beweging ,
- verplaatsen ,
- motiliteit
4. A state of change
- "They were in a state of steady motion"
- synonym:
- motion
4. Een staat van verandering
- "Ze waren in een staat van gestage beweging"
- synoniem:
- beweging
5. A formal proposal for action made to a deliberative assembly for discussion and vote
- "He made a motion to adjourn"
- "She called for the question"
- synonym:
- motion ,
- question
5. Een formeel voorstel voor actie dat ter bespreking en stemming aan een overlegvergadering wordt voorgelegd
- "Hij heeft een motie ingediend om te schorsen"
- "Ze riep op tot de vraag"
- synoniem:
- beweging ,
- vraag
6. The act of changing location from one place to another
- "Police controlled the motion of the crowd"
- "The movement of people from the farms to the cities"
- "His move put him directly in my path"
- synonym:
- motion ,
- movement ,
- move
6. Het veranderen van locatie van de ene plaats naar de andere
- "De politie controleerde de beweging van de menigte"
- "De verplaatsing van mensen van de boerderijen naar de steden"
- "Zijn zet zette hem direct op mijn pad"
- synoniem:
- beweging ,
- verplaatsen
7. An optical illusion of motion produced by viewing a rapid succession of still pictures of a moving object
- "The cinema relies on apparent motion"
- "The succession of flashing lights gave an illusion of movement"
- synonym:
- apparent motion ,
- motion ,
- apparent movement ,
- movement
7. Een optische illusie van beweging die wordt geproduceerd door een snelle opeenvolging van stilstaande beelden van een bewegend object te bekijken
- "De bioscoop vertrouwt op schijnbare beweging"
- "De opeenvolging van zwaailichten wekte een illusie van beweging"
- synoniem:
- schijnbare beweging ,
- beweging
verb
1. Show, express or direct through movement
- "He gestured his desire to leave"
- synonym:
- gesticulate ,
- gesture ,
- motion
1. Laten zien, uitdrukken of direct door beweging
- "Hij gebaarde zijn verlangen om te vertrekken"
- synoniem:
- gebaren ,
- gebaar ,
- beweging