Translation meaning & definition of the word "mistrust" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "wantrouwen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Mistrust
[Wantrouwen]/mɪstrəst/
noun
1. Doubt about someone's honesty
- synonym:
- misgiving ,
- mistrust ,
- distrust ,
- suspicion
1. Twijfel aan iemands eerlijkheid
- synoniem:
- verkeerd geven ,
- wantrouwen ,
- verdenking
2. The trait of not trusting others
- synonym:
- distrust ,
- distrustfulness ,
- mistrust
2. De eigenschap anderen niet te vertrouwen
- synoniem:
- wantrouwen
verb
1. Regard as untrustworthy
- Regard with suspicion
- Have no faith or confidence in
- synonym:
- distrust ,
- mistrust ,
- suspect
1. Beschouwen als onbetrouwbaar
- Respect met argwaan
- Geen vertrouwen of vertrouwen hebben
- synoniem:
- wantrouwen ,
- verdachte
Examples of using
This has bred more fear and mistrust.
Dit heeft meer angst en wantrouwen veroorzaakt.