Translation meaning & definition of the word "minder" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "minder" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Minder
[Minder]/maɪndər/
noun
1. Someone (usually in totalitarian countries) who is assigned to watch over foreign visitors
- "I turned around and there, a few hundred feet away, was our government minder, li wong su, huffing and puffing toward us"
- synonym:
- minder
1. Iemand ( meestal in totalitaire landen ) die de taak heeft om over buitenlandse bezoekers te waken
- "Ik draaide me om en daar, op een paar honderd meter afstand, huiverde en pufte onze regeringsoppas li wong su naar ons toe"
- synoniem:
- oppas
2. A person who looks after babies (usually in the person's own home) while the babys' parents are working
- synonym:
- babyminder ,
- baby minder ,
- minder
2. Een persoon die baby's ( gewoonlijk in het eigen huis van de persoon ) verzorgt terwijl de ouders van de baby werken
- synoniem:
- babyminder ,
- baby oppas ,
- oppas