Translation meaning & definition of the word "meal" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "maaltijd" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Meal
[Maaltijd]/mil/
noun
1. The food served and eaten at one time
- synonym:
- meal ,
- repast
1. Het eten dat tegelijkertijd wordt geserveerd en gegeten
- synoniem:
- maaltijd ,
- herschikking
2. Any of the occasions for eating food that occur by custom or habit at more or less fixed times
- synonym:
- meal
2. Een van de gelegenheden voor het eten van voedsel dat op min of meer vaste tijden op maat of gewoonte voorkomt
- synoniem:
- maaltijd
3. Coarsely ground foodstuff
- Especially seeds of various cereal grasses or pulse
- synonym:
- meal
3. Grof gemalen voedsel
- Vooral zaden van verschillende graangrassen of pulsen
- synoniem:
- maaltijd
Examples of using
Tom and Mary finished their meal and then went into the living room to watch TV.
Tom en Mary waren klaar met eten en gingen toen de woonkamer in om tv te kijken.
Do you want to go have a meal together later?
Wil je later samen gaan eten?
Where can I get a good meal?
Waar kan ik een goede maaltijd krijgen?