Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "marry" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "trouwen" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Marry

[Trouwen]
/mɛri/

verb

1. Take in marriage

    synonym:
  • marry
  • ,
  • get married
  • ,
  • wed
  • ,
  • conjoin
  • ,
  • hook up with
  • ,
  • get hitched with
  • ,
  • espouse

1. Huwelijk

    synoniem:
  • trouwen
  • ,
  • wed
  • ,
  • samenvoegen
  • ,
  • aansluiten met
  • ,
  • mee liften
  • ,
  • omhelzen

2. Perform a marriage ceremony

  • "The minister married us on saturday"
  • "We were wed the following week"
  • "The couple got spliced on hawaii"
    synonym:
  • marry
  • ,
  • wed
  • ,
  • tie
  • ,
  • splice

2. Voer een huwelijksceremonie uit

  • "De minister is zaterdag met ons getrouwd"
  • "We trouwden de volgende week"
  • "Het stel is gesplitst op hawaï"
    synoniem:
  • trouwen
  • ,
  • wed
  • ,
  • gelijkspel
  • ,
  • split

Examples of using

I want to marry a virgin girl.
Ik wil met een maagdelijk meisje trouwen.
Tom convinced Mary not to marry John.
Tom overtuigde Mary ervan niet met John te trouwen.
You are too young to marry.
Je bent te jong om te trouwen.