Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "marriage" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "huwelijk" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Marriage

[Huwelijk]
/mɛrɪʤ/

noun

1. The state of being a married couple voluntarily joined for life (or until divorce)

  • "A long and happy marriage"
  • "God bless this union"
    synonym:
  • marriage
  • ,
  • matrimony
  • ,
  • union
  • ,
  • spousal relationship
  • ,
  • wedlock

1. De staat van getrouwd stel is vrijwillig voor het leven (of tot de scheiding) toegetreden

  • "Een lang en gelukkig huwelijk"
  • "God zegene deze unie"
    synoniem:
  • huwelijk
  • ,
  • union
  • ,
  • partnerrelatie
  • ,
  • wedlock

2. Two people who are married to each other

  • "His second marriage was happier than the first"
  • "A married couple without love"
    synonym:
  • marriage
  • ,
  • married couple
  • ,
  • man and wife

2. Twee mensen die met elkaar getrouwd zijn

  • "Zijn tweede huwelijk was gelukkiger dan het eerste"
  • "Een getrouwd stel zonder liefde"
    synoniem:
  • huwelijk
  • ,
  • getrouwd stel
  • ,
  • man en vrouw

3. The act of marrying

  • The nuptial ceremony
  • "Their marriage was conducted in the chapel"
    synonym:
  • marriage
  • ,
  • wedding
  • ,
  • marriage ceremony

3. De daad van trouwen

  • De huwelijksceremonie
  • "Hun huwelijk vond plaats in de kapel"
    synoniem:
  • huwelijk
  • ,
  • wedding
  • ,
  • huwelijksceremonie

4. A close and intimate union

  • "The marriage of music and dance"
  • "A marriage of ideas"
    synonym:
  • marriage

4. Een hechte en intieme unie

  • "Het huwelijk van muziek en dans"
  • "Een huwelijk van ideeën"
    synoniem:
  • huwelijk

Examples of using

Tom's constant womanizing didn't do his marriage any good.
Toms voortdurende rokkenjagerij deed zijn huwelijk geen goed.
The root cause of any divorce is marriage.
De grondoorzaak van elke scheiding is het huwelijk.
My parents are against my marriage.
Mijn ouders zijn tegen mijn huwelijk.