Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "man" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "man" in Nederlandse taal

EnglishDutch

Man

[Man]
/mæn/

noun

1. An adult person who is male (as opposed to a woman)

  • "There were two women and six men on the bus"
    synonym:
  • man
  • ,
  • adult male

1. Een volwassen persoon die mannelijk is ( in tegenstelling tot een vrouw )

  • "Er zaten twee vrouwen en zes mannen in de bus"
    synoniem:
  • man
  • ,
  • volwassen mannetje

2. Someone who serves in the armed forces

  • A member of a military force
  • "Two men stood sentry duty"
    synonym:
  • serviceman
  • ,
  • military man
  • ,
  • man
  • ,
  • military personnel

2. Iemand die in de strijdkrachten dient

  • Een lid van een strijdmacht
  • "Twee mannen hadden wachtdiensten"
    synoniem:
  • militair
  • ,
  • man
  • ,
  • militair personeel

3. The generic use of the word to refer to any human being

  • "It was every man for himself"
    synonym:
  • man

3. Het algemene gebruik van het woord om naar een mens te verwijzen

  • "Het was iedereen voor zichzelf"
    synoniem:
  • man

4. Any living or extinct member of the family hominidae characterized by superior intelligence, articulate speech, and erect carriage

    synonym:
  • homo
  • ,
  • man
  • ,
  • human being
  • ,
  • human

4. Elk levend of uitgestorven lid van de familie hominidae gekenmerkt door superieure intelligentie, gearticuleerde spraak en rechtopstaande koets

    synoniem:
  • homo
  • ,
  • man
  • ,
  • mens

5. A male subordinate

  • "The chief stationed two men outside the building"
  • "He awaited word from his man in havana"
    synonym:
  • man

5. Een mannelijke ondergeschikte

  • "De chef plaatste twee mannen buiten het gebouw"
  • "Hij wachtte op het woord van zijn man in havana"
    synoniem:
  • man

6. An adult male person who has a manly character (virile and courageous competent)

  • "The army will make a man of you"
    synonym:
  • man

6. Een volwassen mannelijke persoon met een mannelijk karakter ( viriel en moedig bekwaam )

  • "Het leger zal een man van je maken"
    synoniem:
  • man

7. A manservant who acts as a personal attendant to his employer

  • "Jeeves was bertie wooster's man"
    synonym:
  • valet
  • ,
  • valet de chambre
  • ,
  • gentleman
  • ,
  • gentleman's gentleman
  • ,
  • man

7. Een bediende die optreedt als persoonlijke begeleider van zijn werkgever

  • "Jeeves was de man van bertie wooster"
    synoniem:
  • bediende
  • ,
  • valet de chambre
  • ,
  • heer
  • ,
  • man

8. A male person who plays a significant role (husband or lover or boyfriend) in the life of a particular woman

  • "She takes good care of her man"
    synonym:
  • man

8. Een mannelijke persoon die een belangrijke rol speelt ( man of minnaar of vriend ) in het leven van een bepaalde vrouw

  • "Ze zorgt goed voor haar man"
    synoniem:
  • man

9. One of the british isles in the irish sea

    synonym:
  • Man
  • ,
  • Isle of Man

9. Een van de britse eilanden in de ierse zee

    synoniem:
  • Man
  • ,
  • Isle of Man

10. Game equipment consisting of an object used in playing certain board games

  • "He taught me to set up the men on the chess board"
  • "He sacrificed a piece to get a strategic advantage"
    synonym:
  • man
  • ,
  • piece

10. Spelapparatuur bestaande uit een object dat wordt gebruikt bij het spelen van bepaalde bordspellen

  • "Hij heeft me geleerd de mannen op het schaakbord te zetten"
  • "Hij heeft een stuk opgeofferd om een strategisch voordeel te krijgen"
    synoniem:
  • man
  • ,
  • stuk

11. All of the living human inhabitants of the earth

  • "All the world loves a lover"
  • "She always used `humankind' because `mankind' seemed to slight the women"
    synonym:
  • world
  • ,
  • human race
  • ,
  • humanity
  • ,
  • humankind
  • ,
  • human beings
  • ,
  • humans
  • ,
  • mankind
  • ,
  • man

11. Alle levende menselijke bewoners van de aarde

  • "De hele wereld houdt van een minnaar"
  • "Ze gebruikte altijd' mensheid 'omdat' de mensheid 'de vrouwen leek te kleineren"
    synoniem:
  • wereld
  • ,
  • menselijk ras
  • ,
  • mensheid
  • ,
  • mensen
  • ,
  • man

verb

1. Take charge of a certain job

  • Occupy a certain work place
  • "Mr. smith manned the reception desk in the morning"
    synonym:
  • man

1. De leiding nemen over een bepaalde baan

  • Bezetten een bepaalde werkplek
  • "Meneer smith heeft' s ochtends de receptie bemand"
    synoniem:
  • man

2. Provide with workers

  • "We cannot man all the desks"
  • "Students were manning the booths"
    synonym:
  • man

2. Voorzien in werknemers

  • "We kunnen niet alle bureaus bemannen"
  • "Studenten bemanden de cabines"
    synoniem:
  • man

Examples of using

"Ganon made man in his image, and spoke to his creations: "You are my prisoners." Wait, what the hell is this..?" "It's a book." "I know a book if I see one, Sister Ipo. What book—" "Read the book!" "You goose."
"Ganon maakte de mens naar zijn beeld en sprak tot zijn creaties:' Jullie zijn mijn gevangenen." Wacht, wat is dit in godsnaam..?" "Het is een boek." "Ik ken een boek als ik er een zie, zuster Ipo. Welk boek — "" Lees het boek!" "Jij gans."
Who is this tall blond man?
Wie is deze lange blonde man?
This man is a merchant.
Deze man is koopman.