Translation meaning & definition of the word "male" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "man" in de Nederlandse taal
Male
[Mannetje]noun
1. An animal that produces gametes (spermatozoa) that can fertilize female gametes (ova)
- synonym:
- male
1. Een dier dat gameten ( spermatozoa ) produceert die vrouwelijke gameten ( eva ) kunnen bemesten
- synoniem:
- mannelijk
2. A person who belongs to the sex that cannot have babies
- synonym:
- male ,
- male person
2. Een persoon die tot het geslacht behoort en geen baby's kan krijgen
- synoniem:
- mannelijk ,
- mannelijke persoon
3. The capital of maldives in the center of the islands
- synonym:
- Male
3. De hoofdstad van de malediven in het midden van de eilanden
- synoniem:
- Mannetje
adjective
1. Being the sex (of plant or animal) that produces gametes (spermatozoa) that perform the fertilizing function in generation
- "A male infant"
- "A male holly tree"
- synonym:
- male
1. Zijnde het geslacht ( van plant of dier ) dat gameten ( spermatozoa ) produceert die de bemestingsfunctie bij generatie uitoefenen
- "Een mannelijk kind"
- "Een mannelijke hulstboom"
- synoniem:
- mannelijk
2. Characteristic of a man
- "A deep male voice"
- "Manly sports"
- synonym:
- male ,
- manful ,
- manlike ,
- manly ,
- virile
2. Kenmerkend voor een man
- "Een diepe mannenstem"
- "Mannelijke sporten"
- synoniem:
- mannelijk ,
- manueel
3. For or pertaining to or composed of men or boys
- "The male lead"
- "The male population"
- synonym:
- male
3. Voor of met betrekking tot of samengesteld uit mannen of jongens
- "De mannelijke hoofdrol"
- "De mannelijke bevolking"
- synoniem:
- mannelijk