Translation meaning & definition of the word "locker" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "locker" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Locker
[Locker]/lɑkər/
noun
1. A storage compartment for clothes and valuables
- Usually it has a lock
- synonym:
- cabinet ,
- locker ,
- storage locker
1. Een opbergvak voor kleding en kostbaarheden
- Meestal heeft het een slot
- synoniem:
- kast ,
- kluisje ,
- opbergkast
2. A fastener that locks or closes
- synonym:
- locker
2. Een sluiting die vergrendelt of sluit
- synoniem:
- kluisje
3. A trunk for storing personal possessions
- Usually kept at the foot of a bed (as in a barracks)
- synonym:
- footlocker ,
- locker
3. Een kofferbak voor het opslaan van persoonlijke bezittingen
- Meestal aan de voet van een bed ( zoals in een kazerne )
- synoniem:
- voetzoeker ,
- kluisje
Examples of using
This was in Tom's locker.
Dit zat in het kluisje van Tom.