Translation meaning & definition of the word "linchpin" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "linchpin" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Linchpin
[Linchpin]/lɪnʧpɪn/
noun
1. A central cohesive source of support and stability
- "Faith is his anchor"
- "The keystone of campaign reform was the ban on soft money"
- "He is the linchpin of this firm"
- synonym:
- anchor ,
- mainstay ,
- keystone ,
- backbone ,
- linchpin ,
- lynchpin
1. Een centrale samenhangende bron van ondersteuning en stabiliteit
- "Geloof is zijn anker"
- "De hoeksteen van de campagnehervorming was het verbod op zacht geld"
- "Hij is de spil van dit bedrijf"
- synoniem:
- anker ,
- steunpilaar ,
- keystone ,
- ruggengraat ,
- spil ,
- lynchpin
2. Pin inserted through an axletree to hold a wheel on
- synonym:
- linchpin ,
- lynchpin
2. Pin ingebracht door een axletree om een wiel op te houden
- synoniem:
- spil ,
- lynchpin