Translation meaning & definition of the word "lifeless" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "levenloos" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Lifeless
[Levenloos]/laɪfləs/
adjective
1. Deprived of life
- No longer living
- "A lifeless body"
- synonym:
- lifeless ,
- exanimate
1. Beroofd van leven
- Niet meer leven
- "Een levenloos lichaam"
- synoniem:
- levenloos ,
- exanimate
2. Destitute or having been emptied of life or living beings
- "After the dance the littered and lifeless ballroom echoed hollowly"
- synonym:
- lifeless
2. Berooid of geleegd van leven of levende wezens
- "Na de dans weerklonk de bezaaide en levenloze balzaal hol"
- synoniem:
- levenloos
3. Lacking animation or excitement or activity
- "The party being dead we left early"
- "It was a lifeless party until she arrived"
- synonym:
- lifeless
3. Gebrek aan animatie of opwinding of activiteit
- "Het feest is dood, we zijn vroeg vertrokken"
- "Het was een levenloos feest totdat ze arriveerde"
- synoniem:
- levenloos
4. Not having the capacity to support life
- "A lifeless planet"
- synonym:
- lifeless
4. Niet de capaciteit hebben om het leven te ondersteunen
- "Een levenloze planeet"
- synoniem:
- levenloos