Translation meaning & definition of the word "leather" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "leer" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Leather
[Leer]/lɛðər/
noun
1. An animal skin made smooth and flexible by removing the hair and then tanning
- synonym:
- leather
1. Een dierenhuid die glad en flexibel is gemaakt door het haar te verwijderen en vervolgens te looien
- synoniem:
- leer
verb
1. Whip with a leather strap
- synonym:
- leather
1. Zweep met een leren band
- synoniem:
- leer
Examples of using
Tom was carrying a leather briefcase.
Tom droeg een leren koffertje.
I opened his shaggy safe with my leather key.
Ik opende zijn ruige kluis met mijn leren sleutel.
Tom is wearing leather shorts.
Tom draagt een leren korte broek.