Translation meaning & definition of the word "lawn" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gazon" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Lawn
[Gazon]/lɔn/
noun
1. A field of cultivated and mowed grass
- synonym:
- lawn
1. Een veld van gecultiveerd en gemaaid gras
- synoniem:
- gazon
Examples of using
The neighbor's lawn is greener.
Het gazon van de buurman is groener.
I mowed Tom's lawn.
Ik heb Tom's gazon gemaaid.
Or would I were a little burnish'd apple For you to pluck me, gliding by so cold, While sun and shade your robe of lawn will dapple, Your robe of lawn, and your hair's spun gold.
Of zou ik een kleine, gepolijste appel zijn. Om me te plukken, zo koud voorbij te glijden, terwijl zon en schaduw je gazonjas zullen dappelen, je gazon, en je haar is goud gesponnen.